Wie was Piet Stams?
Piet Stams was terugkerend onderwerp voor menig keukentafel gesprek of dronkenmans-anekdote in de kroeg. Berucht door zijn vele vechtpartijen, vernielingen, diefstallen en een legendarische politie-achtervolging met langs de kanten van de Goirkestraat een groot publiek van lachende Tilburgers. “Grote(n) stelen, kleine(n) stelen, maar de grote(n) stelen het meest!” had hij geroepen. Uitleggen dat het over de pijpenstelen ging die hij op straat verkocht, mocht niet baten. En dus zette Piet het op een rennen.
Soms hoorden de mensen een lange tijd niets van hem. Dan bleek hij alweer een aantal maanden door te brengen aan de Rijkswerkinrichting in Hoorn. Allemaal als gevolg van zijn ondeugd en (geniale) scherpzinnigheid.

Genieperig maar brilliant!
Een fortuin verdiende hij met de verkoop van zijn spotgoedkope luciferdoosjes. Die wilde iedereen wel hebben voor zo’n prijsje. Wanneer men verbijsterd opkeek van de lege doosjes, antwoordde hij met een onschuldige blik in zijn ogen “Ik zee himmel nie: ’n duske luciferen. Ik zee gewoon ééne cent de doos!”.
Genieperig maar briljant. Dat moest iedereen toegeven die weleens de fout maakte om op te lezen wat Piet achterop zijn rug had staan, wanneer hij ze vroeg “Wè hebben die deugnieten naauw wir op munne rug geschreven?”. Het antwoord luidde dan “Piet, eet je mee?” en dankbaar nam hij plaats aan tafel.
Niet alleen met zijn daden wist hij zichzelf in ons geheugen te prenten. Nee, d’n enige echte Piet Stams is nog altijd onder ons. Althans, zijn geraamte dan! Naar het schijnt was hij te arm om zijn dokter te kunnen betalen. In ruil voor de behandeling die hij toch kreeg, schonk Piet na de dood zijn eigen skelet aan huisarts Bloemen. En zo hielden de twee elkaar nog jarenlang gezelschap in de spreekkamer! Tegenwoordig is Piet de trekpleister van het historisch museum De Dorpsdokter in Hilvarenbeek, maar ook dit is niet zijn laatste bestemming…
Uitgesproken bier




Leave a reply